Dit artikel is gepubliceerd in Roofs – tijdschrift voor de dakenbranche – mei 2018
Op vrijdag 30 maart 2018 organiseerde adviesbureau Vlindar een informatiebijeenkomst voor de producent van valbeveiligingssystemen SFS intec. Tijdens de bijeenkomst werd een overzicht gegeven van de actuele stand van zaken van de wet- en regelgeving op het gebied van valbeveiliging.
Je zou met de internationalisering van de markt denken dat de wet- en regelgeving op het gebied van veilig werken op hoogte primair op Europees niveau is geregeld. Niets is minder waar. Europa, en trouwens ook de Nederlandse overheid, beperkt zich tot het stellen van doelvoorschriften. Hoe hier invulling aan te geven, en wie op welk moment aanspreekbaar is, wordt aan de markt zelf overgelaten.
Onduidelijkheid in de markt
Directeur Elko Petten van Vlindar gaf aan dat dit nog wel eens voor verwarring kan zorgen. Elke marktdeelnemer in de bouw heeft zijn eigen verplichting, maar deze verplichting is voor iedere partij in andere wetgeving vastgelegd. Waar de werkgever te maken heeft met de Arbowet, heeft de leverancier/fabrikant te maken met de Verordening Bouwproducten. De verplichtingen van de opdrachtgever liggen vast in de Woningwet. Verschillende typen regelgeving dus, met ieder een eigen doelstelling. Het ligt dus voor de hand dat ze niet naadloos op elkaar aansluiten. Dit zorgt voor onduidelijkheid, ook al omdat niet altijd duidelijk is welke status een regel heeft. Een wet is iets anders dan bijvoorbeeld een brancherichtlijn.
Petten: “Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, is ook niet alle regelgeving uitontwikkeld. Een berucht voorbeeld hiervan is de EN 795. Sinds de bepaling dat veiligheidsankers onderdeel zijn van het gebouw (en dus geen PBM’s zijn), is het niet meer mogelijk de gebouwgebonden ankers volgens EN 795 CE te markeren.” Roofs heeft hier uitgebreid over geschreven. Petten vertelt dat momenteel nieuwe regelgeving in ontwikkeling is om dit gat te vullen. De nieuwe Verordening PBM’s is op 21 april van kracht gegaan en ook wordt er een nieuwe richtlijn ontwikkeld waarmee ankerpunten een CE-markering kunnen krijgen.
Tenslotte, en dat is de reden waarom SFS intec contact opnam met adviesbureau Vlindar, zijn er belangrijke verschillen tussen de verschillende landen. Alleen al de verschillen tussen Nederland en België zijn aanzienlijk, laat staan de verschillen tussen bijvoorbeeld Nederland en Engeland. Het gegeven dat men in Engeland andere maataanduidingen hanteert dan in Nederland, is de reden dat de veilige zone in Engeland niet even groot is als in Nederland. De gedachte achter de afmeting van de veilige zone is overigens wel dezelfde: wanneer een volwassen mens vanuit de veilige zone languit in de richting van de dakrand valt, mag hij niet over de dakrand kunnen vallen.
De wetgeving in de praktijk
“Waar het soms nog de vraag is hoe bepaalde regelgeving moet worden ingevuld, begint zich dit in veel gevallen af te tekenen als gevolg van jurisprudentie,” aldus Petten. “Wanneer in vergelijkbare gevallen de rechters vergelijkbare beslissingen nemen, ontstaat een patroon waarlangs men af kan leiden hoe de praktijk zich tot de regelgeving verhoudt.”
De onduidelijkheden en grijze gebieden zijn de redenen dat er diverse partijen zijn opgestaan die zich als experts op dit gebied presenteren. Aandachtspunt hierbij is of deze experts zijn verbonden aan bepaalde leveranciers. Elko Petten vertelt: “Vlindar is een volledig onafhankelijk adviesbureau. De informatie die wij SFS intec hebben gegeven, kunnen wij willekeurig ieder andere partij ook bieden. Uit de evaluatie is gebleken dat de informatiesessie zeer goed ontvangen is. Er zal vervolg aan worden gegeven in de zin dat men op abonnementsbasis ook in de toekomst gebruik zal maken van onze kennis: wij fungeren dan als een soort kennisbank. Ook kunnen wij desgewenst op projectbasis worden ingehuurd om bepaalde processen op het gebied van valveiligheid te begeleiden.”
Ook advies nodig of een workshop van Vlindar volgen? Neem contact met ons op!